Image 01 Image 02 Image 03 Image 04 Image 05 Image 06 Image 07
Sage
Brussel

De Peerlemoergang

De sage van Geertrui en Claudius
Peerlemoergang

'La cour de l’impasse de la Perle d’Amour', door Jacques Carabain, 1897
© Musées de la Ville de Bruxelles

In vervlogen tijden was er in Brussel de Peerlemoergang, in het Frans 'Impasse de la Perle d'Amour': een doodlopend steegje waar heden het Jacques Brelplein is aan de Papenvest in het Dansaert district van Brussel. De naam van deze voormalige gang verwijst naar een sage.

De sage

In de Peerlemoergang woonde een heel mooi meisje, haar naam was Geertrui Bawers. Haar vader, Klaas, was van beroep een dakwerker. Haar moeder had ze sinds enkele jaren verloren en dus stond zij in voor het huishouden. Ze besteedde de overige tijd aan kantwerk om wat extra centen bij te verdienen.

Op een dag werd vader Bawers gevraagd een dak te herstellen. Terwijl hij zich klaarmaakte om de klus te klaren, werd hij tegengehouden door zijn dochter. Ze smeekte hem om er pas morgen naartoe te gaan. Ze vertelde hem dat ze in een droom had gezien dat hij van het dak zou vallen, als hij vandaag zou gaan. Maar haar vader hield er geen rekening mee en vertrok toch. Geertrui bleef doodsbang thuis.

Nog voor het middag was, ging de deurbel, met de bevestiging dat haar droom helaas werkelijkheid was geworden. Haar vader was van het dak gevallen en zwaargewonde brachten ze hem thuis. Nog eenmaal opende hij de ogen voor hij het tijdelijke voor het eeuwige ruilde.


'Le couloir sud de l’impasse de la Perle
d’Amour', door Jacques Carabain
© Musées de la Ville de Bruxelles

Geertrui zou er nu helemaal alleen voorgestaan hebben, ware het niet dat ze verloofd was met Claudius Berzut, een brave smidsgast. Ze had hem graag meester zien worden, maar het meesterschap was niet goedkoop en zoveel geld kon het koppel niet ophoesten.

Ze besloten daarom ook nog te wachten om te trouwen tot Claudius meer geluk zou hebben. De jongeman beminde Geertrui heel erg en nu ze alleen woonde, vreesde hij dat een akelig figuur de weerloze schoonheid wel eens zou willen lastig vallen. Daarom ging Claudius elke avond, zodra de duisternis viel, naar de gang om er in alle stilte de wacht te houden.

Op een avond zag hij twee mannen in zwarte mantels en breed gerande hoeden de steegje naderen. Claudius merkte op dat ze een laddertje bij zich hadden. De twee hielden halt aan de gevel van Geertrui’s woning en plaatste het laddertje tegen de gevel. Toen een van hen een voet op de trede zette richting het venster van de slaapkamer, stormde Claudius op de twee af om ze te verjagen. Het zag er naar uit dat het Claudius zijn beste dag niet zou zijn, want de twee ongure, gewapende mannen zagen ook dat de jongeman maar alleen was. Plots vloog de deur open en Geertrui stormde naar buiten en kwam Claudius ter hulp. De twee mannen beseften dat hun plan mislukt was en ze namen de vlucht.

’s Anderendaags werd Claudius uitgenodigd door de prior van het Karthuizerklooster. De kloosteroverste zei dat een van zijn biechtelingen berouw sprak over zijn zondige poging om Geertrui te willen aanranden. “Hij heeft me gevraagd om u honderd goudstukken te geven als boetedoening”, zei de prior en vervolgde, “Ikzelf zou willen dat ge daarmee het meesterrecht koopt en met Geertrui trouwt.” Claudius glunderde van blijdschap en knikte instemmend. De geestelijke rondde het gesprek af met de woorden, “Ga nu naar uw ‘peerlemoerke’ en zeg haar dat je vanaf nu altijd binnenshuis over haar zal waken.”

Omwille van deze mooie geschiedenis kreeg deze gang de naam ‘Peerlemoergang’.



Ingang van de Peerlemoergang,
rue du Rempart des Moines

Peerlemoergang / Impasse de la Perle d’Amour

De gangbare namen voor dit steegje waren Peerlemoergang, Parelmoergang en l’impasse de la Perle d’Amour. Er was een binnenplaats in de gang die de 'Duivelshoek' of ‘Quartier du Deuvelshoek’ werd genoemd.

Wie kon vermoeden dat er ter hoogte van de Papenvest maar liefst 28 huizen stonden verspreid over diverse vertakkingen en binnenplaatsen, ‘verborgen’ achter de gevels van burgerwoningen. Dit was de Peerlemoergang.

De gang dateerde uit de 18e eeuw en de ingang bevond zich in de rue du Rempart des Moines nr. 47-49. De naam was 'Peerlemoergang' (= impasse de la Nacre), maar het odoniem werd volgens sommige bronnen ten onrechte vertaald in ‘impasse de la Perle d'Amour’.

De Peerlemoergang en de directe omgeving moesten tussen 1957 en 1960 plaatsmaken voor een nieuwe stadsinvulling en werden gesloopt.

Enkel nog een handvol beeltenissen zijn de stille getuigen van deze gang, die samen met andere gangen verweven waren met Brussel en als het ware een ‘stad in een stad’ vormden.

Tekening van de Peerlemoergangsage, door Stef van Stiphout
'La chapelle Saint-Roch de l'impasse de la Perle d'Amour', door Gustave Helinck
'Le Deuvelshoek à Bruxelles’ - Ets van Pol Craps
Locatie van de Peerlemoergang

© 2024 Filip Gybels