Image 01 Image 02 Image 03 Image 04 Image 05 Image 06 Image 07
Sage (gerelateerd)
Eeklo

De Herbakker - Historisch verklaard

Eeklo
Rechtbank hamer

De Eeklose legende van de Herbakker is een leuk verhaal, maar is lang niet de enige historische waarheid over de Eeklose Herbakker. Dat blijkt uit een bijdrage van Romano Tondat die u hieronder kunt lezen.

Tijdens mijn jarenlang opzoekwerk over het ontstaan van het huidige Eeklo werd ik geconfronteerd met enkele merkwaardige gebeurtenissen. In de loop van de jaren verscheen daarover nu en dan een artikeltje in het heemkundig tijdschrift 'Ons Meetjesland'. Na enkele jaren resulteerde dat in een uitgebreide en belangrijke bijdrage onder de titel: 'Maldegem, die Grote - of de oorzaak van de Eeklose Herbakker' . Daarin werd de historische betekenis van de Herbakker van Eeklo in zijn juiste historische context geplaatst. Want Eeklo werd pas een Herbakker nadat het eerst zelf zwaar werd Dobbelgebakken en kreeg daardoor de eer Herbakker te worden.

Bij mijn opzoekingen kwam ik tot belangrijke vaststellingen. Onder meer dat de Eeklose stadsrekeningen over het ontstaan van de stad en de verdere ontwikkeling niet één, maar drie verhalen vertelden.

Het eerste verhaal liet vermoeden dat er na het ontstaan vele politieke, maar vooral gerechtelijke strubbelingen waren tussen de heren van Maldegem en de stad Eeklo en zijn bevolking. Onderzoek naar de oorsprong van de vele gerechtelijke betwistingen tussen Eeklo en Maldegem resulteerde in verrassende vaststellingen. Aan de basis lagen de verschillende gerechtelijke conflicten tussen de heren van Maldegem en het grafelijk paar, Ferrand van Portugal en gravin Johanna van Constantinopel. Al in 1220 dwong de heer van Maldegem gravin Johanna tot een gerechtelijke procedure, waarbij Filips, heer van Maldegem, werd veroordeeld. Het vonnis viel op zondag na 1 januari 1220.

Vrije vertaling:

"Jan van Nesle, schout te Brugge, maakt aan iedereen bekend dat Johanna, gravin van Vlaanderen en Henegouwen, uitspraak heeft gedaan over het innen van belastingen door Filips, schout te Maldegem. De voornoemde Johanna heeft gezegd dat de genoemde Filips geen enkel recht had aangaande het aanstellen of afzetten van schepenen te Maldegem en geen enkel recht heeft op enige rechtsmacht om mensen te veroordelen of op enige rechtsmacht die met het vuur gebeurt of op het innen van belastin-gen op de mensen van Maldegem. De gravin mag het recht naar eigen goeddunken wel uitoefenen over haar onderdanen, dit zowel in de hogere als in de lagere rechtsmacht en over wie zij wil.

De gravin heeft ook Filips opdracht gegeven zich niet te bemoeien met de voormelde betwistingen. De genoemde Filips heeft beloofd nooit meer tegen deze uitspraak te zondigen. Hij heeft daarvoor volgende borgpersonen opgegeven: Philippus de Wastina, Johannes de Maghelines, Walterus de Werin en Gerardus de Olsena, die zich met al hun bezittingen (goederen) borg stellen.

Jan van Nesle, die betrokken was bij het bepalen van dit vonnis en verantwoordelijk was voor het uitvoeren ervan, heeft op vraag van de gravin zijn zegel aan het schrift gehecht en hem (Filips van Maldegem) overhandigd."

Deze overeenkomst werd overeengekomen in de maand januari, "op de zondag na de Besnijdenis in het jaar onzes Heren 1220".

Die betwistingen tussen de heer van Maldegem en zijn graaf van Vlaanderen bleven aanslepen. De graaf werd zelf verplicht scheidsrechterlijke procedures te aanvaarden waarbij de heer van Maldegem eisen stelde, die evenwel bij deze scheidsrechterlijke uitspraken werden afgewezen.

Uiteindelijk nam de graaf Thomas van Savoye een kordate beslissing: op het door de heer van Maldegem betwiste gebied en een groot gedeelte van het Maldegemse grondgebied richtte hij in 1240 het Nieuw Eeklo op, met de uiteindelijke bedoeling om de vele aanmatigheden van de heren van Maldegem te neutraliseren. Deze grafelijke tussenkomst zou eeuwenlang nog verstrekkende gevolgen hebben tussen beide gemeenschappen.

Ondanks de soms onderdanige houding van Eeklo tegenover Maldegem was de gerechtelijke bijstand van het administratieve kader van de Raad van Vlaanderen dikwijls nodig om Eeklo te beschermen. De geregelde processen tussen beide leefkernen - meestal veroorzaakt door Maldegem - werden steeds door Eeklo gewonnen. Maldegem, dat het soms zeer moeilijk had met zijn verloren processen voor de Raad van Vlaanderen, schrok er niet voor terug om zich in beroep tot het Parlement te Parijs te wenden. Maar dat was geen oplossing. Integendeel. Het waren soms zeer vernederende processen. Deze procedures, die veel geld kostten, moesten dan nog telkens betaald worden door de Maldegemse bevolking. Voeg daar nog bij dat Eeklo regelmatig zijn gemaakte kosten langs deze processen om kon recupereren.

De eeuwenlange grafelijke ondersteuning zorgde er voor dat Eeklo al vroeg een centrumfunctie had verworven. Dat bracht met zich mee dat Eeklo zich soms arrogant opstelde. In 1454 werd er door twee leden van een Eeklose familie een moordslag gepleegd. De normale grafelijke gerechtelijke maatregels werden door het Eeklose stadsbestuur en bevolking op een arrogante wijze tot driemaal toe tegengewerkt. Met als gevolg dat Eeklo een zeer zware vernederende veroordeling moest slikken. De graaf van Vlaanderen veroordeelde zijn "stedeken" tot een geldboete van 500 gouden kronen en tot een algemene openbare processie in de Eeklose parochiekerk. Daar moesten het schepencollege en tweehonderd notabelen van de stad Eeklo geknield om erbarm smeken voor de graaf of zijn vertegenwoordiger. Het vonnis werd uitgesproken in Brugge op 14 april 1458. De parochiekerk zat stampvol met een groot aantal personen van Maldegem en omgeving.

Eeklo werd voor zijn arrogante handelswijze een eerste keer gebakken door zijn zware geldboete en een tweede keer door zijn openbare processie om "erbarm" (medelijden) af te smeken. Deze dubbele vernedering werd nog gevolgd door een derde openbare vernedering toen Eeklo zijn boete niet tijdig kon vereffenen. Er werd daarvoor in Brugge een lening afgesloten. De voorziene afbetalingen konden echter niet tijdig gebeuren, waardoor er in Brugge Eeklonaren gevangen werden genomen. Zelfs schepenen en de Eeklose burgemeester werden gevangen gezet alvorens de definitieve aflossing gebeurde.

De grootste morele kaakslag kregen Eeklo en zijn bevolking op 24 februari 1459. Dat was de eerste Vastenavond na de Eeklose veroordeling voor de Raad van Vlaanderen. De 24 in Sporcle (februari) kwam een grote menigte van Maldegem met genoegen dansen, "rijen" (rijdansen) en andere "esbatements" (toneelopvoeringen) bedrijven in Eeklo. De Vastendag en -avond behoorden toe aan de volksgemeenschap. Enkele uren per jaar was het volk meester van de straat. Er werd gelachen, maar vooral gespot. De vertegenwoordigers van gezag en vooral de Kerk kregen het moreel soms hard te verduren. Op die vastenavond kon het gewone volk zijn vele frustraties kwijt. Dat was al een eeuwenlange traditie.

Ook merkwaardig is dat er voor 1500 nooit sprake is geweest van het herbakken in Eeklo. Het is pas in de zestiende eeuw dat het Brugse volkszeisel "naar Eeklo gaan om zich te laten herbakken" in Brugge in voege kwam. Het werk "Het masker van de wereld afgetrokken" van Adriaan Poiters verscheen pas in 1646.

Besluit: de wijze waarop Eeklo tot stand kwam, zijn verdere ontwikkeling, zijn gerechtelijke arrogantie die werd gecounterd door zijn eigen heer en meester, de graaf van Vlaanderen, de openbare vernederingen die duidelijk werden gevierd door buur Maldegem (die quasi steeds de verliezende partij was), bewijzen dat de stad Eeklo enkele keren dobbel werd gebakken, waardoor de stad terecht de naam van de Eeklose Herbakker verdiende.

Tot slot dient nog vermeld dat de professoren Adriaan Verhulst (RUG) en Jan Roegiers (KU Leuven) deze weergave van de voormelde twee historische thema's nagekeken en begeleid hebben. Beide professoren hebben zich volledig met deze geschiedkundige weergave akkoord verklaard. Zie daarover het boek "Oorsprong van Nieuw Eeklo en de Eeklose herbakker".

Het boek 'Carnaval', waarvan Armand Sermon de auteur is, van Stichting Mens en Kultuur onderschrijft de historische betekenis van mijn interpretatie van de Vastendag en -avond.

Met dank aan Romano Tondat

Geraadpleegde bron(nen): 
Gerelateerd: 

© 2024 Filip Gybels