De drie Auvergnaten
In het jaar 1547 had Keizer Karel V meer dan genoeg van het regeren en het oorlogvoeren. Bovendien had hij artritis en hij dacht er ernstig aan de troon over te laten aan zijn zoon Filips, die hij uiteraard ging voorstellen aan zijn onderdanen in Italië, Duitsland, Oostenrijk en de Nederlanden. De grote rondreis startte in november 1548.
Op 29 maart 1549 arriveerden de keizer, de toekomstige Filips II en hun gevolg in Namen. Op 1 april was Brussel aan de beurt, daarna Doornik, Landrecies, Chimay, Mariembourg en in augustus 1549, Beaumont.
De keizer wilde een poosje ontsnappen aan het protocol, besteeg zijn paard en verliet heel alleen de stad om wat frisse lucht te happen. In en rond Beaumont heerste veel drukte. Langs de weg naar Philippeville liepen onder andere drie ketellappers uit de Auvergne. Omdat het die dag flink warm was, hadden ze hier en daar halt gehouden en het bier was hen een beetje naar het hoofd gestegen. Lachend en luid babbelend zetten ze hun weg voort.
Toen keizer Karel zijn wandeling beëindigde, reed hij eveneens langs de weg naar Philippeville. Toen hij de drie ketellappers wilde passeren, greep één van hen de teugels van zijn paard en zei: "Welwel, seigneur, je zou maar beter afstijgen en je ros onze bagage laten dragen. Kijk eens hoe wij moeten sjouwen. Je paard kan dat véél beter doen. De keizer, die besefte dat ze hem ertoe gingen dwingen, verbeet zijn woede en deed wat ze hem vroegen. Het fraaie rijpaard kreeg bagage van de ketellappers op zijn rug en de keizer liep voorop, zijn ros bij de teugel leidend. Beaumont was gelukkig niet ver af meer.
Bij de stadspoorten waren de kruisboogschutters van Sint-Joris aan het oefenen. De keizer wenkte hen hun bevelhebber en het vervolg laat zich raden. Het sloeg toen 12 uur. Terwijl de Hertog van Croÿ de burgemeester, de zeven juryleden, de Provoost en de luitenant Provoost bijeen riep, ging het gerucht van de arrestatie als kruitloop door de hele stad. Iedereen kwam op de markt om het oordeel van de Grote Baljuw van Henegouwen bij te wonen.
De drie auvergnaten werden veroordeeld voor majesteitschennis. Het vonnis luidde de doodstraf met onmiddellijke uitvoering. Minder dan een uur later bengelden de drie ketellappers aan de galg.
Voordat hij in de leegte kantelde, riep één onder de drie misdadigers die vreselijke zin:
"Beaumont, ville de malheur. Arrivés à midi, pendus à une heure."
Vandaar dat men zegt:
Stad van Beaumont,
Stad van ongeluk.
Op middag aangekomen,
Op één uur opgehangen!