Image 01 Image 02 Image 03 Image 04 Image 05 Image 06 Image 07
Sage
Brugge

De vleespasteitjes van Antonio Arnache

Herenhuis De Zeven Torentjes

Het was in de tijd van hertogin Maria van Bourgondië, dat op de hoek van de Kelkstraat in Brugge, recht tegenover het statige herenhuis “De Zeven Torentjes”, een Italiaanse pasteibakker woonde, Antonio Arnache geheten. Hij was tot ver buiten Brugge bekend voor de beste vleespasteitjes van de stad.  Van heinde en verre kwam iedereen bij hem pasteitjes kopen, althans diegenen die het zich konden veroorloven, want hij was niet goedkoop.  Ze waren een geliefkoosd hapje op de feestjes van de rijke dames en kasteelheren.

Niemand kende het geheim achter het recept van deze lekkernijen en meester Arnache was ook niet meteen bereid dit aan de openbaarheid prijs te geven, wat begrijpelijk is.

Het gerucht van de lekkere vleespasteitjes was ook de hertogin ter ore gekomen en ze behoorde ook tot zijn regelmatige klanten. Haar kok was niet weinig jaloers toen ze beweerde dat senior Arnache veel betere pasteitjes kon maken dan hij. Daarom trok hij op een dag zijn stoute schoenen aan en ging, zogezegd in opdracht van de hertogin, bij Arnache om het recept vragen.

Omdat je een hertogin natuurlijk niets kan weigeren fluisterde hij, zeer tegen zijn zin, enkele onduidelijke ingrediënten in het oor van de kok. Veel wijzer werd deze er niet van. Hoe hij ook probeerde, hij slaagde er maar niet in om de smaak van de vleespasteitjes van Arnache te evenaren.

Op een dag kwam de bekende Italiaanse valkenier Orlandini op uitnodiging van Maria van Bourgondië naar Brugge. De hertogin was dol op valkenjacht en ze had gehoord van Orlandini die een meester was in het africhten van valken en sperwers. Ze bestelde een aantal jachtvalken en maakte met hem een afspraak om vanuit het kasteel van Male te gaan jagen. Maar Orlandini daagde die ochtend niet op.

Nog diezelfde dag zond ze haar dienstknechten uit om Angelo Orlandini te zoeken. Overal in de stad werd naar hem gezocht. Nergens was er een spoor van hem te bespeuren. Ook in zijn verblijfplaats was hij niet. Zelfs zijn dienaars en gezellen waren in de overtuiging dat hij vroeg in de ochtend naar het kasteel van Male vertrokken was.

Een kreupele bedelaar, die dagelijks aan de poort van de Sint-Donaaskerk zat, wist te vertellen dat een Italiaanse heer een geldstuk in zijn bedelnap had gegooid, dan in de richting van het huis "De Zeven Torentjes" was gestapt en binnengegaan was bij de pasteibakkerij van Arnache. Dat was het enige spoor dat men had.

Daarom beval de schout van Brugge, tot ontsteltenis van de pasteibakker,  een huiszoeking. Ze doorzochten alle hoeken en kanten van zijn huis maar van Orlandini was geen spoor te bekennen.  Ze waren bijna terug vertrokken toen de laatste wapenknecht lichtspleten zag in de plankenvloer en de schout beval om het luik open te maken. Arnache smeekte dit niet te doen omdat hij daar zijn geheim bewaarde en zijn pasteitjes maakte.

De schout hield voet bij stuk en liet het luik openbreken. Toen een dienaar in de kelder afdaalde hoorde men een kreet van afschuw! Op een lang, houten werkblad lag het bebloede, versneden lijk van een man. Aan het hoofd was Orlandini te herkennen. Wanneer de kelders en de tuin van het huis verder werden onderzocht ontdekte men verschillende lijken, de meesten vrouwen.

Vlak voor de toog waar de pasteitjes uitgestald werden en de vrouw van meester Arnache haar klanten liet kiezen, zat een geheim valluik in de vloer waar de nietsvermoedende slachtoffers van Arnache door vielen. Hij gebruikte namelijk al jaren mensenvlees om de speciale smaak van zijn pasteitjes te verkrijgen.

Antonio Arnache werd samen met zijn vrouw gearresteerd en opgesloten in het Steen waar ze even later werden opgeknoopt.

Geraadpleegde bron(nen): 

© 2024 Filip Gybels