De Herbakker
In de Middeleeuwen was men ervan overtuigd dat oude, mismaakte en versleten mensen vernieuwd konden worden door het drinken van een levenselixir, het baden in de fontein der verjonging of het herbakken in een oven. Bij het herbakken hakte men het hoofd van de romp, herkneedde en herschilderde men het en bakte het in de oven. Ondertussen plaatste men een groene kool op het lichaam (symbool van het ijle, lege hoofd). Na het bakken van het nieuwe hoofd werd dat terug op het lichaam geplaatst en kon men jong en herboren weer verder.
In het Muiderslot in Muiden (Amsterdam) hangt een schilderij daterend uit de tweede helft van de 16de eeuw met als titel: "De backer van Eelco" (waarschijnlijk een verschrijving van Eeclo). Het toont het ritueel van het herbakken. Ook in een gedicht van Adriaan Poirters (1646) wordt een beschrijving gegeven van het hoofdenbakken.
Het feit dat Eeklo in Vlaanderen sedert eeuwen bekend staat als Herbakkersstad is te danken aan het verhaal in het volksboek "De Vermaekelijke klugt" (1750). Het vertelt over een radeloze vader die zijn domme zoon al naar Zottegem en het Minnewater gestuurd had om slimmer te worden, maar niets mocht baten. Een advocaat gaf hem de raad eens naar Eeklo te gaan want "daar worden hoofden gebakken met gekrulde en platte haren, met schele, loense, lodderige en lepe ogen, zwarte en andere kunt ge er ook krijgen volgens uw goesting en smaak."Zo gezegd, zo gedaan. Nadien ging de zoon naar Parijs waar hij "uitblonk in zijn studies door zijn wijsheid en geleerdheid."
Deze legende wordt in Eeklo levendig gehouden door de VVV die jaarlijks verdienstelijke Eeklonaars tot ridder slaat in de "Orde van de Eeklooschen Herbacker", en vijfjaarlijks een Herbakkersfeest organiseert waar iedereen zich kan laten herbakken.
Dirk Verstraete, een Eekloos kunstenaar, schilderde in 1987 een kopie van het schilderij uit het Muiderslot. Hij verving de originele hoofden door de hoofden van de bestuursleden van de VVV van Eeklo.
"Als het hoofd te lang in de oven was blijven zitten, was je een heethoofd, had men je niet lang genoeg laten zitten, dan was je een halve gare, en een mislukt hoofd was natuurlijk een misbaksel."
Volgens de legende zou je bij de bakker van Eeklo terecht kunnen als je hoofd je niet beviel. Dit werd dan afgehakt en zolang vervangen door een kool, terwijl het hoofd werd herbakken.
Het thema van het herbakken genoot in de 16e en 17e eeuw een zekere populariteit, evenals een hele reeks thema's waarin mensen een behandeling ondergaan waardoor ze jonger, mooier of beter worden. Niet alleen bakkers werden daarbij ingezet, maar ook smeden, molenaars, houtbewerkers, pottenbakkers en allerhande kwakzalvers.
Mensen werden in al deze bewerkingen van hun vermeende kwalen afgeholpen. De aard van die kwalen werd bepaald door de opvattingen, normen en waarden van de maatschappij waarin deze thematiek functioneerde. Van oorsprong was het herbakken een allegorie van de louterende werking van het vagevuur. Later waren het de overtreders van het burgerfatsoen, die moesten worden herbakken, zoals overspeligen, horendragers, vrouwen met de broek aan, oneerlijke kooplieden en niet voor hun taak geschikte magistraten.
De legende, zoals die nu nog wordt verteld, heeft een bij onze opvattingen aansluitende moraal. Kinderen worden voorgehouden dat ze maar beter tevreden kunnen zijn met hun eigen hoofd. Want de kans is groot dat je bij de bakker vandaan komt als een heethoofd, een misbaksel of een halve gare.