De Mol van Hasselt
Er was een tijd dat er in Hasselt geen enkele tuin of grasveld veilig was voor een wel erg verwoestende mol. Alle hoven moesten eraan geloven, zodat er niets meer in wilde groeien. De bevolking was ten einde raad, want ondanks de talrijke klopjachten, wist het verwoestende beest steeds te ontkomen. De burgemeester en de Raad waren radeloos; wat ze ook ondernamen, de mol bleef ondergronds heer en meester. Steeds weer wist de vernielende graver zich een weg te banen naar een volgende lap grond om ook daar weer een ware ravage aan te richten. En dit bleef zo maar duren.
Tot op een dag de mol eindelijk gevangen werd. En meteen werd de bevolking bijeen geroepen om te beraadslagen wat er met de misdadiger moest gebeuren. Uiteraard was de bevolking razend op het graafdier en de ene riep “Trek zijn vel eraf!”, de andere schreeuwde “Hang hem op!” of “Schiet hem dood!”. Maar toch leek geen enkele straf zwaar genoeg voor deze verwoestende mol.
“Nee!”, weerklonk het in de menigte, “ge moet hem levend begraven!” Een geweldig idee vonden de Hasselaars. En jawel, te midden van een weelderige tuin, werd de mol levend “begraven”.