Ridder Cornelius Witsoone
De gemeente Krombeke is onlosmakelijk verbonden met de naam Witsoone. Volgens een oude legende was ridder Cornelius Witsoone verdwaald in de toen uitgestrekte bossen die lagen tussen Poperinge, Krombeke, Proven, Watou, Westvleteren en Woesten.
Drie dagen en drie nachten dwaalde hij door de bossen, zonder de uitgang te kunnen vinden. Toen hij op het punt was gekomen, dat hij van honger en dorst zou sterven, nam hij in zijn angst zijn toevlucht tot de H.Maagd en Moeder Gods Maria. Nauwelijks nadat hij aan de H.Maagd hulp gevraagd had, hoorde hij de klok van Krombeke luiden. Hij geraakte aan de rand van het woud en was gered.
Cornelius wou God en de H.Maagd voor deze weldaad bedanken en legde uit dankbaarheid vast dat er in de kerk van Krombeke een eeuwigdurend jaargetij zou plaatsvinden en gelijkertijd zouden er broden worden uitgedeeld aan de armen.
Tevens gaf hij de opdracht dat zolang Krombeke zou bestaan, één maal daags, de klok zo dikwijls zou luiden, als hij uren in het woud gedoold had, dus 72 keer. Sinds eeuwen bestaat de traditie van de 72 "doolklops" en sedert 1 januari 1967, na de elektrificatie van de klokken, worden door de hamer 72 slagen gegeven op de grote klok, 's zomers om 20 u, in de winter om 18 u.
De plaatselijke wandelclub van Krombeke "De Witsoonestappers" draagt zijn naam dan ook met trots en het geelzwarte logo is ondertussen alom bekend.