Twee vreemde knechten
Toen Maria Slock nog een kind was, vertelde haar moeder dat er op een boerenhof te Poesele, in de omgeving van de Poekebeek, een ratten- en muizenplaag is geweest. En dat kwam door twee vreemde knechten waarvan er gezegd werd dat ze voor pater of priester hadden gestudeerd. Ze slaagden echter niet in hun studies of hadden “hun kap over d’haag gesmeten”. Als de boerenfamilie zich aan tafel zette voor het avondeten, trokken de twee knechten naar hun voutekamer en deden ze honderden muizen en de ratten te voorschijn komen. Die liepen het huis rond en maakten kringetjes rond de boer, de boerin en de kinderen. Ze renden over tafels en stoelen, in de kookpannen en op de borden zodat de bewoners verstijfden van schrik en niets hierover durfden vertellen aan buren en vrienden. Het is maar geëindigd als die twee vertrokken waren. Hoe dat ze dat deden, heeft nooit iemand geweten. Ze zijn nooit nog naar Poesele teruggekeerd.