De put van Quinten Matsijs
Aanvankelijk was Quinten Matsijs een smid en werd kort na zijn aankomst in Antwerpen verliefd op Catharina Heyns, de dochter van een kunstschilder. Maar haar vader vond een smid veel te min om de hand van zijn dochter te verkrijgen.
Quinten Matsijs legde zich daar niet zomaar bij neer en besloot om zijn schilderkunsten te ontwikkelen. Wanneer de vader van het meisje uit huis was, penseelde Quinten een levensechte vlieg op het blote achterwerk van een duivel dat op een schilderij aan de wand prijkte.
Bij thuiskomst ontdekte de vader het insect en probeerde deze weg te meppen. Natuurlijk was dit zonder succes en kwam hij erachter dat het geschilderd was.
Hij riep daarna dat degene die dit heeft gecreëerd met zijn dochter mag trouwen.
Het verhaal van de smid die zich omschoolde tot schilder werd spoedig een populair gespreksonderwerp. Daarvan is de Quinten Matsijsput op de Handschoenmarkt met zijn smeedijzeren bovenstuk - een putkevie - de stevige weergave geworden.
Rondom de put is de volgende tekst zichtbaar: “Dese putkevie werd gesmeed door Quinten Matsijs. De liefde maeckte van den smidt enen schilder”.
De naam kent verschillende varianten: Quinten wordt ook gespeld als Kwinten of Quentin, Massijs als Matsijs, Matsys, Massys, Metsijs, Metsys, Messijs of Messys.