De zeemeermin van Wenduine
Het was een dag als alle andere. De vissersvloot van Wenduine lag in volle zee, toen plotseling een zeemeermin opdook.
Dit was een voorbode van noodweer.
Een jonge visser, wiens boot naast die van zijn vader lag, riep: "Vader, kom mee! Ik heb de meermin gezien." De vader, die over zijn netten stond gebogen, antwoordde: "De wind staat goed, jongen. Je hebt je vergist." "Ik weet wat ik zag," riep de zoon terug, "ik blijf hier niet langer."
De jongen bereikte de veilige kust en was gered. Maar alle andere boten, drieëntwintig in getal, vergingen.
In hetzelfde jaar is Wenduine in een springvloed verzonken.
Vandaag de dag nog voelen de garnalenvissers bij laag water gladde stenen onder hun voeten. Het zijn de grafzerken van de oude kerk, die toen een prooi werd van de golven.